Column: Hyperinflatie?

Econoom Milton Friedman (1912-2006) zei ooit dat inflatie altijd en overal een monetair fenomeen is. Groeit de geldhoeveelheid sneller dan het aanbod van goederen en diensten, dan leidt dat op den duur tot hogere prijzen. Centrale banken kunnen de inflatie onder controle houden door de groei van de geldhoeveelheid te reguleren. Neemt de geldhoeveelheid te snel toe, dan moeten centrale banken de rente verhogen om de geldgroei af te remmen. Stagneert de kredietverlening als gevolg van een economische crisis, dan kunnen centrale banken stimuleren door de rente te verlagen.

Friedman legt in deze video in twee minuten de relatie tussen geldgroei en inflatie uit. Hij verwijst naar de situatie in Japan in de jaren zeventig, waar een snelle stijging van de geldhoeveelheid werd gevolgd door oplopende inflatie. Omdat het enige tijd duurde voordat de prijzen zich hadden aangepast aan de stijgende geldhoeveelheid grepen de autoriteiten pas laat in. Japan wist de geldgroei af te remmen, maar daarna duurde het nog twee jaar voor de inflatie onder controle was.

Door de vertraging tussen geldgroei en prijsontwikkeling kunnen we inflatie volgens Friedman goed te vergelijken met alcoholisme. Of je nou begint met drinken of met het bijdrukken van geld, in beide gevallen komen de gunstige effecten eerst. De negatieve bijwerkingen komen pas later, waardoor je geneigd bent om te lang door te gaan. Als je stopt met geld bijdrukken (of drinken) gebeurt het omgekeerde. De negatieve effecten komen dan eerst, waardoor het moeilijk is om te stoppen.

Waar blijft die inflatie?

Als we met deze kennis naar de huidige economische situatie kijken, dan ziet het er allemaal niet best uit. Sinds de uitbraak van het coronavirus hebben centrale banken de spreekwoordelijke geldkraan wagenwijd opengezet. Hieronder ziet u de ontwikkeling van de geldhoeveelheid in de Verenigde Staten over de afgelopen zestig jaar. Helemaal rechts ziet u het effect van de coronacrisis. De geldhoeveelheid neemt nu bijna exponentieel toe.

Geldhoeveelheid in de VS neemt exponentieel toe

Fiscale stimulering

Dit hoeft niet direct tot inflatie te leiden, omdat de omloopsnelheid van het geld ook een belangrijke rol speelt. En die is de afgelopen jaren alleen maar verder gedaald, omdat overheden na de kredietcrisis van 2008 de nadruk legden op bezuinigen. Ook zijn consumenten sindsdien meer gaan sparen, waardoor de inflatie minder hoog werd dan gevreesd.

De prijzen zijn de afgelopen tien jaar alsnog flink gestegen, maar de angst voor hyperinflatie bleek ongegrond. De grootschalige stimuleringsprogramma’s van centrale banken in reactie op de kredietcrisis van 2008 waren vooral bedoeld om de bankensector te ondersteunen en de kredietverlening weer op gang te brengen. De overheidsuitgaven namen weliswaar toe, maar dat was slechts van korte duur. Toen de economie in 2009 uit het dal klom volgden overheden een strakker begrotingsbeleid.

Coronacrisis

Vergelijk dat eens met de huidige situatie. Volgens berekeningen van McKinsey hebben landen in de eerste twee maanden na de coronacrisis in totaal $10 biljoen aan fiscale stimulering aangekondigd, drie keer zoveel als in reactie op de kredietcrisis van 2008. En daarmee zijn we er nog niet, want door een toename in coronabesmettingen nemen veel landen opnieuw maatregelen die de economie hard zullen treffen.

Dat betekent dat overheden zich nog dieper in de schulden steken om de economie draaiende te houden. Hieronder ziet u de impact van de coronacrisis op overheidsfinanciën van de Verenigde Staten. Terwijl de overheidsuitgaven exploderen nemen de belastinginkomsten door lockdown maatregelen juist af.

Coronacrisis slaat overheidsfinanciën uit het lood

Hyperinflatie?

Monetaire stimulering in combinatie met fiscale stimulering is zeer een gevaarlijke cocktail. De geschiedenis leert ons dat de situatie snel uit de hand kan lopen wanneer centrale banken de tekorten van overheden gaan financieren. Zo ver zijn we nog niet, maar door de coronacrisis is dat scenario wel een paar stappen dichterbij gekomen.

Om een beeld te schetsen: sinds begin dit jaar heeft de Federal Reserve voor $2 biljoen aan staatsobligaties opgekocht, terwijl het Amerikaanse begrotingstekort dit jaar naar schatting net boven de $3 biljoen uitkomt. Dat betekent dat de centrale bank indirect al twee derde van het begrotingstekort van dit jaar op haar balans heeft gezet.

Van monetaire financiering is nog geen sprake, omdat de Federal Reserve alleen obligaties koopt via de secundaire markt. Tegelijkertijd ziet het er ook niet naar uit dat de centrale bank snel zal stoppen met het opkopen van staatsleningen. Laat staan dat ze haar balans zal afbouwen, een experiment dat in september 2019 eindigde met een crisis op de repomarkt.

Het gevaar bestaat dat overheden door de lage rente denken dat ze onbeperkt en zonder gevolgen kunnen blijven lenen. Dat is een gevaarlijke aanname, zeker als tegelijkertijd de economie wordt stilgelegd met strenge lockdown maatregelen. De massa zou dan wel eens het vertrouwen in de kredietwaardigheid van landen kunnen verliezen. Dan volgt een vlucht naar hard assets en edelmetalen, iets wat de afgelopen honderd jaar al vaker is gebeurd. Het is te hopen dat het niet zo ver komt.

Deze column verscheen eerder op Goudstandaard